Geef pubers de ruimte!

In de literatuur wordt puberteit vaak omschreven als een tijd van ‘storm en stress’. Deze storm en stress geldt niet alleen voor de puber zelf, die onder invloed van hormonen en toenemende zelfstandigheid een enorme ontwikkeling doormaakt, maar ook voor de ouders. Waar je tijdens de lagere schoolperiode nog flink wat invloed hebt op de keuzes die je kind maakt, als ze naar de middelbare school gaan neemt deze invloed snel af. De mening van vrienden en klasgenoten is veel belangrijker dan die van jou als ouder. Dit is een gezond proces van loslaten en groeien naar zelfstandigheid, maar ook lastig voor veel ouders en hun pubers. Ik zie in mijn praktijk veel ouders die hier mee worstelen, enerzijds willen ze graag die controle houden, met name als het over schoolwerk gaat, anderzijds laten ze misschien wel teveel los. Zo zijn ouders tegenwoordig vaker dan vroeger aan het werk waardoor pubers meer alleen thuis zijn. Hier zit dus een rare paradox die naar mijn mening voor het overgrote deel van de conflicten zorgt.

 

De overgang van de lagere naar de middelbare school is voor ouders ‘hardcore’ loslaten. Niet meer afzetten op het schoolplein, minder contact met de leerkrachten en je met zorg bereidde lunch belandt in de prullenbak, omdat de kantine juffrouw nu eenmaal lekkerdere broodjes smeert. Gelukkig zijn er tegenwoordig allemaal manieren om als ouder toch de touwtjes enigszins in handen te houden. Veel scholen geven inzage in Magister, dus je weet precies welke cijfers er worden gehaald. Tracking apps op de telefoon geven inzicht in de verblijfsplaats van je puber en als je kind er wordt uitgestuurd ben jij meteen op de hoogte via het eerder genoemde Magister. Hoewel zeer begrijpelijk (want pubers hebben ook nog sturing nodig), werkt deze controledrang negatief door op de ontwikkeling van de zelfstandigheid van je puber. De ongesuperviseerde tijd, die zich uitstekend leent voor experimenteren en fouten maken, is minder geworden óf er worden consequenties aan verbonden. Het leren door het maken van fouten (en ze zelf op te lossen) is wezenlijk onderdeel van het losmaken van je ouders en het zelfstandig worden, maar de kans om fouten te maken is minder groot.  Doe je het op school niet goed omdat je geen motivatie hebt? Vroeger betekende dat gewoon zitten blijven. Je hoopte dan als ouder dat je kind daarvan had geleerd (wat in veel gevallen ook zo was). In mijn omgeving zie ik hoe kinderen met bijles, huiswerkklassen en extra ondersteuning de middelbare school worden doorgesleurd. Hoewel ik dit goed snap, ga je voorbij aan het echte probleem (motivatie) en is het zelden bevorderlijk voor de sfeer in huis. Pubers ervaren dan vaak té veel prestatiedruk en bovendien, als het niet lekker gaat op school wordt je kind daar door de leerkracht ook al op aangesproken. De stress van school blijft dan thuis hangen, omdat er daar nog eens extra nadruk op wordt gelegd. Juist deze ontspanning, het zelf ervaren is heel belangrijk voor pubers. Een ontspannen puber is een fijnere huisgenoot dan een overbelast, gestrest exemplaar. Hoe kan je als ouder nu zorgen dat je iets meer achterover kunt leunen en het vertrouwen in je kind hebt dat deze in geval van problemen (op school of elders) bij je aanklopt? Het antwoord hierop is betrokkenheid. Niet de hierboven beschreven ‘controlerende’ betrokkenheid, maar echte betrokkenheid. Toon oprechte interesse in je puber. Weet wie zijn vrienden zijn, wat hij of zij graag doet in zijn vrije tijd, bij wie ze thuis het liefste ‘hangen’. Toon interesse in gevoelens, ook als je deze niet altijd begrijpt. Willen ze niet over gevoelens praten? Ook prima, maar laat dan weten dat je ze steunt door een knuffel, schouderklopje of gewoon het aandragen van eten (werkt heel goed!). Belangrijkste is dat je als ouder moet leren veel te laten gaan en ze niet teveel op de huid te zitten. Alleen dan zorg je dat er ruimte is voor hun eigen ontwikkeling, het leren van fouten en het oplossen daarvan. Dit betekent overigens niet dat je puber maar hun gang moet laten gaan. Ze hebben zeker begrenzing en ondersteuning nodig (denk aan alcoholgebruik etc.). Over de belangrijke zaken maak je een punt, andere dingen laat je meer los. Dit laatste is overigens heel persoonlijk. Ik heb zelf geen moeite met vieze stinkende puberkamers (zolang ik er maar niet hoef te slapen), dus dat kan ik loslaten (en als er geen sok meer schoon is gaan ze vanzelf inzien dat de wasmand een functie heeft). Ik  ben weer wel heel strikt met alcoholgebruik (gewoon niet tot je 18e, biedt geen garantie, dat weet ik heus wel, maar ik blijf het wel noemen). Kort samengevat mijn beste tip; blijf betrokken en niet controlerend. Geef je kind de regie over zijn/haar ontwikkeling en geef als ouders de ruimte om ze fouten te laten maken. Verdwijn een beetje naar de achtergrond, maar wel aanwezig. Psychologie Lisa Damour[1] omschreef dit in haar artikel in de new York times mooi; wees als een kamerplant, warm responsief en aanwezig zonder er bovenop te zitten.

illustratie: Kim Murton voor de New York Times

Dit artikel schreef ik voor het boek 'Pubers zijn leuk' van collega Tischa Neve, zie oa https://www.bol.com/nl/p/pubers-zijn-leuk/9200000077682283/?suggestionType=browse


[1] https://www.nytimes.com/2016/12/14/well/family/what-do-teenagers-want-potted-plant-parents.html?mcubz=0