We hebben er even op moeten wachten, maar eindelijk is die er; de WISC-V-NL! Dit is de allernieuwste versie van ’s werelds meest gebruikte intelligentietest voor kinderen en jongeren van 6-17 jaar en de opvolger van de WISC-III-NL. De WISC-III kwam in Nederland uit in 2002. Je kan je zo voorstellen dat er dan ook een aantal vragen en plaatjes is dat inmiddels (15 jaar later!) behoorlijk is verouderd. Het is dan ook hoog tijd voor vernieuwing! Nu zijn er niet alleen wat vragen en plaatjes veranderd, de hele test is herzien, vernieuwd en aangepast aan de wereld waarin wij nu leven. De grootste veranderingen en verschillen tussen de WISC-III en de WISC-V worden in dit blog beschreven.
Volledige herziening van de theoretische basis
De ontwikkeling van de WISC-V-NL is onder andere gedreven door nieuwe theoretische inzichten, waarbij het CHC-model (Cattel, Horn & Carrol) als theoretische basis wordt gehanteerd en als ‘handleiding’ dient om cognitieve vaardigheden in kaart te brengen. Door deze nieuwe benadering is de structuur van de test veranderd en meet de WISC-V meer in de breedte en screent een groter aantal domeinen dan de WISC-III. Er is er geen sprake meer van een verbaal en performaal IQ en schalen, maar zijn er vijf primaire indexen (Verbaal Begrip, Visueel Ruimtelijk, Fluid Redeneren, Werkgeheugen en Verwerkingssnelheid) en vijf secundaire indexen (Kwantitatief Redeneren, Auditief Werkgeheugen, Non Verbaal, Algemene Vaardigheid en Cognitieve Competentie).
Lees hier meer over de inhoud van de indexen.
Nieuwe vragen, opdrachten en subtests
In de WISC-V-NL zijn alle subtests onder de loep genomen, waarvan er een aantal is ‘gemoderniseerd’. Zo gaan de vragen niet meer over postzegels en worden er geen plaatjes meer getoond van ouderwetse telefoons met draaischijven. Nee, de vragen en opdrachten in de WISC-V-NL sluiten goed aan bij de hedendaagse maatschappij. De plaatjes zijn fris en de vragen zijn van nu. Onderwerpen die worden aangesneden zijn bijvoorbeeld het internet en mobiele telefoons. Naast het moderniseren van ‘oude’ subtests is er ook een aantal nieuwe subtests bijgekomen en een aantal komen te vervallen. Zo worden er bijvoorbeeld geen doolhoven meer gemaakt. De verwachting is dat de WISC-V door de verfrissing en vernieuwing een stuk aansprekender is voor kinderen en jongeren dan de WISC-III.
Nog meer voordelen…
De WISC-V-NL bevat in totaal 14 subtests. Er zijn 10 primaire subtests om de belangrijkste indexen te berekenen. Zeven van deze tien subtests vormen samen het Totaal IQ (TIQ), waardoor de afnametijd voor een bepaling van het TIQ korter is dan bij de WISC-III-NL (waarbij 10 subtests moesten worden afgenomen voor de bepaling van het TIQ). Met behulp van de vier aanvullende subtests kunnen ook de aanvullende (secundaire) indexscores berekend worden. Hierdoor kan er nog meer (kwalitatieve) informatie over het functioneren van het kind op de subtest verkregen worden.